Aansprakelijkheid voor het overbrengen van een besmettelijke ziekte

Aansprakelijkheid voor het overbrengen van een besmettelijke ziekte

Waar paarden samenkomen kunnen besmettelijke paardenziekten, zoals Rhinopneumonie (Rhino), worden verspreid. De besmetting van een paard met een dergelijke ziekte kan grote schade tot gevolg hebben. Maar wie is voor die schade aansprakelijk?

Aansprakelijkheid voor dieren

In de wet is een risicoaansprakelijkheid voor dieren opgenomen. De bezitter van een dier (vaak de eigenaar) is in beginsel aansprakelijk is voor de schade die door het dier is aangericht. De uitzonderingssituatie is dat de bezitter alleen niet aansprakelijk is als hij ook niet aansprakelijk zou zijn op grond van een onrechtmatige daad als hij de schadeveroorzakende gedraging van het dier in zijn macht zou hebben gehad. Als het dier wordt gebruikt in de uitoefening van een bedrijf, dan is degene die het bedrijf uitoefent aansprakelijk en dus niet de bezitter. De risicoaansprakelijkheid voor dieren geldt alleen voor schade die door het eigen gedrag, de eigen energie, van het dier is veroorzaakt.[1]

Het overbrengen van een besmettelijke ziekte op andere dieren of mensen valt in beginsel niet onder de risicoaansprakelijkheid voor dieren. Dat heeft de Hoge Raad, de hoogste rechter in Nederland, geoordeeld. De besmetting zelf is niet de uitkomst van eigen gedrag, de eigen energie, van het dier. Het lichaam van het dier ‘faciliteert’ die besmetting alleen maar.

Toch is aansprakelijkheid voor besmettingsschade op deze grondslag niet uitgesloten. Als de besmettingsschade het gevolg is van het eigen gedrag, de eigen energie, van het dier (in dit geval: van het paard), dan kan zijn bezitter of de ‘bedrijfsmatige gebruiker’ daarvoor aansprakelijk zijn.

Dat kan allereerst als het paard letsel heeft toegebracht aan een ander paard en daardoor dat andere paard heeft besmet. Een voorbeeld hiervan is dat een paard een ander paard bijt en daarmee een besmettelijke ziekte op dat paard overbrengt. De bezitter of beroepsmatige gebruiker van het paard is alleen aansprakelijk als hij op die grond ook aansprakelijk was voor het letsel dat is toegebracht.

Daarnaast kan de bezitter of de bedrijfsmatige gebruiker van een paard aansprakelijk zijn voor besmettingsschade als dat paard uit eigen beweging in contact komt met een ander paard en dat paard vervolgens besmet. Een voorbeeld hiervan is dat een besmet paard ontsnapt uit de wei en komt in een in de buurt gelegen wei in contact met een ander paard en besmet dat paard vervolgens. In dat geval is de bezitter of de bedrijfsmatige gebruiker alleen aansprakelijk als hij wist of moest weten dat het paard besmet was. Als hij dat niet wist of moest weten, dan is sprake van de uitzonderingssituatie.

Onrechtmatige daad

De wet bevat naast de risicoaansprakelijkheid voor dieren nog een andere belangrijke grondslag op grond waarvan iemand aansprakelijk kan zijn voor besmettingsschade: de onrechtmatige daad. Volgens de wet is iemand die een onrechtmatige daad pleegt jegens een ander, verplicht om de schade die de ander daardoor lijdt te vergoeden. Daarbij moet sprake zijn van schuld van de dader of moet de onrechtmatige daad op een andere in de wet genoemde grond aan hem kunnen worden toegerekend. Een onrechtmatige daad zou bijvoorbeeld kunnen zijn het bewust in contact brengen van een besmet paard met een ander niet-besmet paard of het onvoldoende nemen van maatregelen om verspreiding van een heersende, besmettelijke ziekte te voorkomen. Er is geen sprake van aansprakelijkheid op grond van een onrechtmatige daad als iemand een besmet paard in contact brengt met een niet-besmet paard, terwijl diegene niet wist of moest weten dat het paard besmet was.

Conclusie

Het is slechts in bepaalde gevallen mogelijk besmettingsschade op een ander te verhalen.

Als de besmettingsschade het gevolg is van de eigen energie van het paard dan kan de bezitter of bedrijfsmatige gebruiker van het paard daarvoor aansprakelijk zijn. Als de besmettingsschade het gevolg is van een onrechtmatige daad, is de persoon die de onrechtmatige daad heeft gepleegd daarvoor aansprakelijk (natuurlijk mits die onrechtmatige daad aan hem kan worden toegerekend). Vaak vindt het overbrengen van een besmettelijke ziekte plaats doordat een besmet paard, waarvan niet bekend was of moest zijn dat het besmet was, in contact wordt gebracht met andere paarden en door zijn aanwezigheid andere paarden in de groep besmet. In dat geval kan geen aansprakelijke persoon worden aangewezen en moet degene die besmettingsschade heeft geleden die schade zelf dragen.

Bewijslevering kan een obstakel vormen bij het verhalen van besmettingsschade. Degene die de bezitter van een paard aanspreekt op grond van de risicoaansprakelijkheid voor dieren moet bijvoorbeeld zo nodig bewijzen dat dat juist zijn paard de besmettelijke ziekte heeft overgebracht. Dat bewijs kan vaak lastig te leveren zijn.

[1]Voor een uitgebreidere uitleg over deze risicoaansprakelijkheid verwijs ik naar mijn eerdere bijdrage (editie 4/2021): ‘Schade door een paard: wie is aansprakelijk?’.


Wibe Reddingius

Wibe Reddingius is advocaat en partner bij Langelaar Klinkhamer Advocaten. Hij specialiseert zich op het gebied van het ondernemingsrecht, contractenrecht en (internationaal) handelsrecht. Daarnaast is Wibe specialist op het gebied van het hippisch recht en is hij als zodanig advocaat van bekende ruiters en amazones, fokkers, handelaren en hippische brancheorganisaties. Vragen naar aanleiding van deze blog post? Neem contact op met Wibe door te mailen naar reddingius@langelaarklinkhamer.com.

Bekijk alle posts over:

Ga naar de inhoud