Het transport van paarden is in bepaalde opzichten vergelijkbaar met het transport van “gewone” goederen, maar toch anders vanwege de levendigheid en kwetsbaarheid van de lading. Vervoer en ook paardenvervoer wordt juridisch beheerst door verschillende regelingen en wetten, waaronder Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek (BW), de Algemene Vervoerscondities (AVC) en het Verdrag voor het Internationaal Vervoer van Goederen over de Weg (CMR).
Boek 8 BW
Boek 8 BW is in Nederland de belangrijkste wettelijke regeling die betrekking heeft op het vervoer, inclusief het vervoer van levende dieren. Boek 8 BW regelt de rechten en plichten van de partijen die betrokken zijn bij het vervoer van goederen, waaronder dieren, over land, water en door de lucht. Boek 8 maakt daarbij onderscheid tussen de verschillende soorten vervoer, zoals binnenlands en internationaal vervoer. Artikel 20 van boek 8 BW bepaalt dat de vervoerder de nodige zorg moet betrachten bij het vervoeren van levende dieren en dat de vervoerder verplicht is om passende maatregelen te nemen om het welzijn van de dieren te waarborgen.
Daarnaast regelt Boek 8 BW de aansprakelijkheid van de vervoerder. Gelet op de risico’s (bij voorbeeld door de eigen energie van paarden) en de waarde van de te vervoeren paarden, is aansprakelijkheid een belangrijk aspect bij het vervoer van paarden. De vervoerder kan aansprakelijk zijn voor schade die ontstaat door vertraging, verlies of letsel van het paard, tenzij hij kan aantonen dat hij redelijke zorg heeft betracht om schade te voorkomen.
Boek 8 BW kent ook een regeling die de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot een bedrag van € 3,40 per kilogram. Wanneer een dressuurpaard met een waarde van € 50.000,– en met een gewicht van 550 kg als gevolg van het transport overlijdt, is de vervoerder voor niet meer dan € 1.870,– aansprakelijk. Dus als het gewicht van de goederen laag is, maar de waarde relatief hoog, zoals bij dit dressuurpaard en bij bijvoorbeeld elektronica of juwelen, kan deze aansprakelijkheidsbeperking grote gevolgen hebben voor de hoogte van de schadevergoeding die de vervoerder moet betalen. De afzender, ontvanger of eigenaar doet er dan dus verstandig aan om aanvullende afspraken te maken of een verzekering af te sluiten.
Algemene Vervoerscondities (AVC)
Bij binnenlands wegvervoer zijn vaak de AVC van toepassing. De AVC zijn opgesteld door de transportsector. De AVC zijn standaardvoorwaarden die van toepassing kunnen zijn op het binnenlandse vervoer van goederen in Nederland en dus ook op het transport van paarden. De AVC vullen de wettelijke bepalingen van Boek 8 BW aan. In de AVC staan meer gedetailleerde regels over de aansprakelijkheid van de vervoerder.
Onder de AVC kan de aansprakelijkheid van de vervoerder in bepaalde gevallen verder worden beperkt. De vervoerder kan worden vrijgesteld van aansprakelijkheid voor verlies of beschadiging van de goederen als dit te wijten is aan omstandigheden die de vervoerder niet onder controle heeft, zoals een verkeersongeluk buiten zijn schuld.
De AVC bevat ook bepalingen over de verantwoordelijkheden van de afzender en de ontvanger en ook over de aansprakelijkheid van de vervoerder. Deze is in beginsel beperkt, wat betekent dat de vervoerder onder de AVC niet onbeperkt aansprakelijk is voor schade. Artikel 13 van de AVC bepaalt net zoals boek 8 BW dat de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt is tot een bedrag van € 3,40 per kilogram, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld. De AVC voorziet in procedures voor het indienen van claims bij schade en de termijnen waarin dit moet gebeuren. De afzender of eigenaar van het paard moet snel handelen om zijn rechten te beschermen in het geval van schade tijdens het transport.
CMR-verdrag
Op internationaal wegvervoer van paarden is het CMR-verdrag van toepassing. Het CMR-verdrag (Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg) regelt het internationale transport van goederen, waaronder levende dieren, tussen landen die partij zijn bij het verdrag. Het maakt daarbij niet uit wie welke nationaliteit heeft.
Het CMR-verdrag heeft uniforme regels voor internationale transportovereenkomsten. Dat bevordert de rechtszekerheid en maakt het gemakkelijker om geschillen op te lossen. Op grond van het CMR-verdrag is de vervoerder verplicht om een CMR-vrachtbrief op te stellen. Die vrachtbrief is het bewijs van de transportovereenkomst en beschrijft de vervoerde goederen.
Ook het CMR-verdrag beperkt de aansprakelijkheid van de vervoerder. Uitgangspunt is dat de vervoerder aansprakelijk is, maar de hoogte van de aansprakelijkheid is gemaximeerd op een vast bedrag per kilogram, tenzij er sprake is van opzet of grove nalatigheid. De maximale aansprakelijkheid is 8,33 SDR (Special Drawing Right, vastgesteld door het Internationaal Monetair Fonds) per kilogram. Op het moment dat ik dit artikel schrijf is 1 SDR ongeveer € 1,23. In het voorbeeld van het dressuurpaard van 550 kilogram komt dit dus neer op een beperking van aansprakelijkheid tot € 5.635,25. Alle reden dus voor de afzender/eigenaar van het paard om van te voren andere afspraken over de beperking van de aansprakelijkheid van de vervoerder te maken.
Indien de vervoerder kan bewijzen dat de schade aan of het overlijden van het paard tijdens het transport is veroorzaakt door een risico dat inherent is aan het transport van paarden, zoals het gedrag door de eigen energie van het paard, dan is de vervoerder op grond van het CMR-verdrag niet aansprakelijk
Dierenwelzijn bij transport
Vergeleken met het vervoer van gewone goederen brengt het vervoer van paarden extra en andere verantwoordelijkheden met zich. Dierenwelzijn moet natuurlijk voorop staan en de vervoerder is verplicht om maatregelen te nemen om dat welzijn te waarborgen. Voorbeelden zijn: zorgen voor voldoende rustpauzes, regelmatig controleren van ventilatie en temperatuur in de vrachtauto/trailer en paarden op een juiste manier positioneren en vastzetten ter voorkoming van letsel.
Conclusie
Het transport van paarden valt onder een aantal juridische regelingen. De belangrijkste zijn Boek 8 BW, de AVC en het CMR-verdrag. Deze regelingen bevatten rechten en plichten voor zowel de vervoerder als de afzender of eigenaar van het paard. Bewustzijn en kennis van deze wet- en regelgeving helpt risico’s van paardentransport in te schatten en te beperken en draagt bij aan het welzijn van paarden tijdens het transport, zowel nationaal als internationaal.
Wibe Reddingius is advocaat en partner bij Langelaar Klinkhamer Advocaten. Hij specialiseert zich op het gebied van het ondernemingsrecht, contractenrecht en (internationaal) handelsrecht. Daarnaast is Wibe specialist op het gebied van het hippisch recht en is hij als zodanig advocaat van bekende ruiters en amazones, fokkers, handelaren en hippische brancheorganisaties. Vragen naar aanleiding van deze blog post? Neem contact op met Wibe door te mailen naar reddingius@langelaarklinkhamer.com.