De redelijk bekwame en redelijk handelende dierenarts

De redelijk bekwame en redelijk handelende dierenarts

Behandelingen van een paard en eventueel chirurgische ingrepen hebben niet altijd het gewenste resultaat. In het ergste geval kan het paard niet meer presteren overeenkomstig het doel bij de aankoop of overlijdt het paard. Is dit het risico dat kleeft aan het houden van paarden of kan een en ander een dierenarts worden verweten? Wanneer heeft een dierenarts een behandeling als een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts uitgevoerd?

Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft in januari van dit jaar een arrest gewezen in een zaak waarin de eigenaar van een springpaard met een waarde van € 2.000.000 een paardenkliniek aansprakelijk hield voor het overlijden van het paard dat leed aan koliek.

De casus

De eigenaar van het paard was een Franse vennootschap. Het paard stond gestald op een professionele trainingsstal van een springruiter die het paard trainde en bereed. Toen het paard op een vrijdagmiddag symptomen van koliek vertoonde is het opgenomen bij een tweedelijns paardenkliniek. Eén van de dierenartsen stelde na onderzoek vast dat waarschijnlijk sprake was van een verplaatsing van de dikke darm (right dorsal displacement). Het paard is dat weekend in de kliniek gebleven en heeft een conservatieve behandeling gekregen met pijnstilling. De paardenkliniek hield de springruiter dagelijks op de hoogte van de conditie van het paard. De springruiter hield op zijn beurt de eigenaar van het paard op de hoogte.

In het weekend leek sprake te zijn van verbetering van de conditie van het paard, maar op maandagochtend verslechterde de situatie. Het paard kreeg meer pijn en liet afwijkende bloedwaarden zien. Eén van de dierenartsen besloot dat een operatie nodig was en heeft contact opgenomen met de springruiter om te vragen om toestemming. De springruiter heeft contact gehad met de eigenaar en in de loop van de ochtend kreeg de dierenarts toestemming om te beginnen met de operatie. Tijdens de operatie is een scheuring van de darmwand opgetreden waardoor het paard direct moest worden geëuthanaseerd.
De dierenarts heeft dit dezelfde middag telefonisch doorgegeven aan de springruiter van het paard en op verzoek van de springruiter ook contact gehad met de eigenaar. Op verzoek van de eigenaar heeft de dierenarts de patiëntenkaart van het paard aan de eigenaar toegestuurd.

Onrechtmatig handelen paardenkliniek

Bijna 6 maanden later heeft de eigenaar van het paard de dierenarts die de operatie had verricht aansprakelijk gesteld voor de schade als gevolg van het overlijden van het paard. Enkele maanden later heeft de eigenaar van het paard ook de paardenkliniek aansprakelijk gesteld voor het overlijden van het paard. De paardenkliniek heeft op verzoek van de eigenaar ook de overige patiëntgegevens van het paard ter beschikking gesteld, zoals het anesthesieverslag, de stalkaarten en uitslagenlijsten van bloedonderzoeken.
Na een deskundigenonderzoek heeft de eigenaar van het paard de paardenkliniek gedagvaard en daarin gevorderd dat de paardenkliniek € 2.000.000 aan haar zou betalen op grond van het onrechtmatig handelen van de paardenkliniek. De paardenkliniek had volgens de eigenaar onrechtmatig gehandeld door haar niet op de hoogte te houden van de patiëntenstatus van het paard, haar niet te informeren over behandelmogelijkheden en de mogelijke risico’s, en door niet (tijdig) aan te dringen op een operatie. Daarnaast beriep de eigenaar van het paard zich erop dat, indien tussen beiden een contractuele relatie bestond, de paardenkliniek door de bedoelde handelswijze toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht. De eigenaar voerde aan dat de paardenkliniek geen contact had opgenomen met haar bestuurder, terwijl de kliniek wist dat zij de eigenaar was en niet de springruiter. De eigenaar zou namelijk onmiddellijk hebben besloten tot een operatie wat tot volledig herstel van het paard had kunnen leiden. Uit veterinaire rapportages bleek dat de paardenkliniek te lang heeft gewacht met ingrijpen. Ook stelde de eigenaar dat de paardenkliniek haar zogenaamde dossierplicht had geschonden door een aantal belangrijke zaken niet in het veterinair dossier van het paard op te nemen.

Gerechtvaardigde behandeling

De paardenkliniek voerde verweer en voerde aan dat de springruiter zich als vertegenwoordiger van de eigenaar presenteerde en zij daarom geen contact hoefde te zoeken met de eigenaar van het paard. Daarnaast voerde de paardenkliniek aan dat zij de springruiter goed op de hoogte had gehouden over de conditie van het paard. Ook stelde de paardenkliniek dat de veterinaire rapporten van de eigenaar gebaseerd waren op onvolledige gegevens en inhoudelijk onjuist waren. De paardenkliniek beriep zich op veterinaire rapporten waaruit bleek dat de keuze voor conservatief behandelen, en de voortzetting daarvan op zondag, gerechtvaardigd was. De paardenkliniek stelde dat de noodzaak tot opereren pas ontstond nadat op maandagochtend vroeg een verdere verschuiving/verdraaiing van een deel van de darmen plaatsvond. De paardenkliniek betwistte verder dat zij haar dossierplicht had geschonden, omdat ze alle patiëntgegevens en aanvullende verklaringen heeft verstrekt. 

Grijs gebied

Het gerechtshof heeft als volgt geoordeeld. Om te beginnen stelt het hof als maatstaf voorop dat de paardenkliniek als behandelend dierenarts als een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts haar behandeling dient uit te voeren. Uit het rapport van een deskundige bleek dat binnen de beroepsgroep van dierenartsen geen professionele standaard bestaat ter zake van het behandelen van een paard met koliek. Ook blijkt uit het rapport dat de scheidslijn over wel of niet sneller chirurgisch ingrijpen een grijs gebied is. Verder maakt het hof uit het rapport op dat er een reële mogelijkheid bestond dat pas in de nacht van zondag op maandag de darmwand zodanig werd verzwakt dat de darm scheurde bij manipulatie. Hierdoor kon niet met voldoende zekerheid worden geconcludeerd dat de beslissing van de paardenkliniek om op maandagochtend te opereren te laat was. Verder kwam het hof op grond van het deskundigenrapport tot het oordeel dat ingeval van de verplaatsing van een dikke darm een prognose lastig is te geven en zo lang mogelijk als verantwoord moet worden gewacht met opereren. Bovendien concludeerde het hof dat een prognose achteraf verschillende visies kan opleveren.

Wat betreft het niet tijdig contact opnemen met de eigenaar kwam het hof tot de conclusie dat eerdere advisering of consultatie dan maandagochtend van de paardenkliniek met de eigenaar van het paard over de conservatieve behandeling, niet tot een andere behandeling zou hebben geleid. De eigenaar stelde dat zij onmiddellijk zou hebben besloten, maar nergens bleek dat de eigenaar enige ervaring had met koliek en dat de eigenaar niet met het advies van de paardenkliniek zou zijn meegegaan. Op grond hiervan oordeelde het hof dat niet geconcludeerd kon worden dat de paardenkliniek niet heeft gehandeld zoals een redelijk bekwaam en redelijk handelend dierenarts had behoren te doen.

Conclusie

Een dierenarts aansprakelijk houden voor het niet redelijk bekwaam en niet redelijk handelen bij de behandeling van een paard of ander dier behelst een flinke stelplicht en bewijslast. Aangetoond moet worden dat de dienstverlening niet van voldoende kwaliteit is geweest. Volgens de Hoge Raad gaat het hierbij alleen om de ‘core business’ van de dierenarts, namelijk om alle handelingen waarvoor zijn expertise is ingeroepen en die met de gezondheidstoestand van het dier te maken hebben. In deze casus gold bij het behandelen van een paard met koliek toen blijkbaar geen professionele standaard waardoor dierenartsen zich daarbij in een grijs gebied bevonden. Dit kan bij andere behandelingen ook het geval zijn. De eigenaar van het paard moet aldus voldoende feiten en omstandigheden naar voren brengen waaruit blijkt dat een dierenarts nalatig is geweest of een verkeerde behandelmethode heeft gekozen. Deze beoordeling is niet eenvoudig. Een advocaat met een gespecialiseerde kennis van zaken is daarbij dan ook noodzakelijk. 

Wibe Reddingius

Wibe Reddingius is advocaat en partner bij Langelaar Klinkhamer Advocaten. Hij specialiseert zich op het gebied van het ondernemingsrecht, contractenrecht en (internationaal) handelsrecht. Daarnaast is Wibe specialist op het gebied van het hippisch recht en is hij als zodanig advocaat van bekende ruiters en amazones, fokkers, handelaren en hippische brancheorganisaties. Vragen naar aanleiding van deze blog post? Neem contact op met Wibe door te mailen naar reddingius@langelaarklinkhamer.com.

Bekijk alle posts over:

Ga naar de inhoud